Ravage
Hoeve Van der Meulen was met 40 ha landbouwgrond lange tijd een behoorlijk grote boerderij. Naast akkerbouw hield de familie zich ook bezig met veeteelt. Men had melkvee, slachtvee en kleinvee. De Van der Meulens waren behoorlijk modern: zij waren de eersten in de streek met een tractor en een dorsmaaimachine.
In de tweede helft van de 20ste eeuw raakte het boerenbedrijf van de Van der Meulens echter in verval. Vader Guiljaam en zoon Adrie brachten hun tijd liever door met het sleutelen aan landbouwmachines en ander rollend materieel dan dat ze het land op gingen om te boeren of hun bezittingen te onderhouden. De hoeve veranderde langzaam maar zeker in een echte ruïne toen vrijgezel Adrie in 1978 alleen overbleef.
Toen Marten Hemminga, directeur van Stichting Het Zeeuwse Landschap, na Adrie’s dood in 2005 de hoeve bezocht, wist hij niet wat hij zag: overal lagen bergen schroot, er was een volledig dichtgegroeid erf, een dichtgetimmerd woonhuis met een dak dat vooral één groot gat was, een in elkaar gestorte schuur en een boomgaard die nauwelijks meer als zodanig te herkennen viel door alle onkruid.
In een boekje over e geschiedenis van de hoeve staat een opsomming van Adries schrootverzameling: 10 maaidorsers, 6 vrachtauto’s, 9 zelfbinders, 4 pick-up persen, 2 dorskasten, 3 stropersen, 6 tuinfrezen, 19 ploegen, 6 grasmairs, 3 aardappelrooiers, 2 bietenrooiers, 1 schijfeg, 4 kiepkarren, 3 ontromers, 1 boterkneder, 2 strosnijders, 3 bietensnijmolens, 1 bietenreiniger, 45 trekkers, en 9 driewielauto’s. Niet alleen moest dit allemaal opgeruimd worden voordat men aan restauratie kon beginnen, ook moest de bodem dringend gesaneerd worden. Maar Het Zeeuws Landschap had het er graag voor over.
Tekst gaat verder onder foto's.